OVER SI ARM KAS SE». 149 erger ishen zoo verre te brengen dat zij om brood te hebben, zich overgeven aan fchan- delijke ondeugden, die de maatfchappelijke en zedelijke orde Horen ten minsten zou men hun dan alle voorwenfels van verfchooning hoe ijdel ook ontnemen. En indien tegen alle verwachting aan deze voorzorg niet voldoende was ter aan- fporing van de inwootiders dezer Provintie, om eene Fabriek van het land te begunstigen, naar maate van het geen ten haaren voordeele ge zegd is zou het dan wel onredelijk zijn op alle winkelhouders, die buitenlandfche kan ten verkoopcn eene jaarlijkfche belasting te leggen in evenredigheid van de waarde hun ner in kanten aangelegde gelden en deze be lasting enkel te doen dienen tot onderhoud en verbetering der Fabrieken van dit foort in deze Provintie Mij dunktik hoor alreeds het geroep en de aantijging der geenen die zich daar bij zouden verongelijkt wanen dit zou volgens hen eene onrechtvaardige en wil- lekeurige fchatting zijn tot niets minder n ftrekkende dan om hen van een gedeelte der wettige winstdie zij met dezen han- del doen te berooven." Nogthans zou den zij naar mijne gedachtengeene de Q 5 mins-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1807 | | pagina 421