xxxii. voorbericht. Na de fchets van 's Genootfchaps- Lotge vallen in de laastverloopene veertien jaren s gaan wij nu een overzicht nemen van deszeifs werkzaamheden Bij het Programma van 1790. ftonden nog opende volgende Vragen XX. Zijn 'er geene algemeene en bijzondere ge breken in de inrichtingen leerwijs onzer Vader-- landfche hooge fcholen Wélken zijn de voor- iiaamften? E11 wat kan, ter verbetering daar van, in het Werk gefield worden: tot fpoediger voortzetting van allerlei wetenfchappen ett ter meerdere befchaving onzer natie XXVII. Hoedanig is de ftaat der zeden onzer natie geweestfedert de oprichting van ons Ge- meenebesttot op dezen tijd Welken waren de oorzaken hunner verbetering of vererge ring?en welken zijn de beste middelen ter meer algemeene verbetering onzer nationale ze den XXXII. Hoe is de aardrijkskundige gelleldlieid van zeeland, (voornamelijk ook betrek kelijk tot de rivieren en ftroomcu) geweest van de oudile tijden dat hetzelve bekend is ge raakt, tot aan het begin der Graaflijke regering Wel- Deze getallen toonen rfe volgorde der Vngen zoo als zij- door het Genootfchap, federt des zelfs oprichting, zijn nitgefehreven men zie het XII. Deels ede Stuk, bi adz, xlv.ïII. en val gg, Wij vervolgen ze in dezelfde orde.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1807 | | pagina 42