160 P. P. PERR.ENOUD, ANTWOOR»
het gemeen welzijn als tot derzelver mid
denpunt te zamenloopen.
Na dus getreden te zijn in bijzonderheden
die misfchien aan velen overtollig of vervelend
zullen fchijnen maar die wij echter hebben
noodig gekeurd om dat in dergelijke geval
len het voorbeeld der uitoefening meer afdoet
dan redeneringen hoe gegrond anders (men
overreedt toch eer door aan te toonen
wat ftandvastigheid en vlijt al dadelijk hebben
uitgewerktdan door breedfprakig te hande
len over 't geen zij kunnen uitwerken,) zul
len wij nu voortgaan tot een algemeen onder
zoek der gebouwen, hier toe noodig derzel
ver ftand; en de orde binnen dezelve in acht
ce nemen.Wij zijn echter niet in het denk
beeld dat het noodig is 'er opzetlijk ge
bouwen toe te ftichten misfchien zou 'er
zelfs in onderfcheidene Steden dezer Provintie
maar al te veel keur wezen.
De Menschlievendheid vordert datter
wijl wij medewerken tot het welzijn onzer me-
demenfchen wij hen zoo veel mooglijk trach
ten te bewarenvoor de rampen en kwalen die
het menfchdom drukkenen die gelijk een
ieder weet meestal die geenen treffen welke
een zittend leven leiden en in groot aantal
in huizen en kamers befloten zijn waar uk
dik-