OVER DE ARM IC ASSEN. l6j rige van den dag tot negen of tien uuren 's a- yönds op ftraat te loopen rinkelrooijen, om te Ipelen, te fchooijen en te fchuimen, gelijk men dit ongelukkig genoeg daaglijks ziet gebeuren en wel onder het oog der Policie die daar op geen acht fchijnt te (laan niertegenftaan- de hierin eigenlijk mijns bedunkensde oor zaak te zoeken is van de meeste rampen, die het metischdom bedroeven en de meeste onzer Europifche maatfehappxjen ontëeren terwijl intusfehen de gezonde Rede en de geest des Christendoms niet ophouden den piigt aan te dringenom die rampen te weren. Nu het zij zoo ik begeer 'er ook geene (laven van te maken maar wezens van ge zond verftanddie redelijkwerkzaam en deugdzaam zijn hunne pligten kennen en bezield zijn door de begeerte om die op- rechtelijk te beoefenen, ten einde voor zich zeiven nuttig en voor de maatfehappij eens goede burgers te worden.Dat men dan hunne bezigheden wat afwisfele en indien de bekrompenheid der middelen niet aanftonds het oprichten eener regelmatige fchool ge doogt ('t geen anders zeer te wenfche ware) dat men 'er dan 's morgens een uur of twee een meester doe komenom hen te onderwij len in het fpellen lezen fchrijven enz. R 5 het

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1807 | | pagina 437