166 F. F, PESMSOÜD) ANTWOORD het geen op zijn hoogst maar één honderd gul dens 's jaars kosten zal en dat men ook wanneer de middelen het veroorloofden het zelfde deed des avonds voor de génen die zich op den dag wel van hunnen pligt zouden gekweten hebben. Men zou hier door meer goeds bewerken dan in den eersten opilach wel fcbijnt immers elk voelt reeds het voordeel dat zij daarvan, zoo voor hun lig- chaams-geftel als voor hun zedelijk beitaan, trekken zouden maar ook zou tr.en huil daar enboven het lecren van zulke nuttige dingen, uit zijn waar oogpunt doen befchouwenals ee- ne belooning namelijk voor hunnen vlijt en, zoo als het in de daad is als eene bijzon dere gunst.In plaats dat de meeste ouders voornaamlijk onder de geringere volks- clasfe, de verderfelijke gewoonte hebben van hun ne kinderen wanneer hun die bij ongeluk eens wat lastig vallen dreigen van hun naar fchool te zuilen zenden en even daar door hun dikwerf eenen afkeer van de fchool in boezemen die niet overgaat, voor het te laat iszou integendeel dit denkbeeld van be looning op hen immers op de meesten hun ner zulke diepe indrukken maken dat zij 'er onfeilbaar hun gantfche leven door de ge- lukkigfte ttitwerkzels van ontwaren - zouden. Dit

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1807 | | pagina 438