ÏJU» p» PBR.REN OUD ANTWOOKÊ' geen zij zoo zeer vreezen. Zie daar wat misfchien voldoende zou- de zijn dan vermits deze zaak het gewigtigr fe ftuk dezer verhandeling is is het ook van aanbelang dezelve zoo veel mooglijk te ont wikkelen. Wij kunnenwel is waarin geene naatiwkeurige berekeningen treden en zijn verpligt bij het algemeene te blijvendoch- door uitgemaakte daadzaken aantehalen zal men gemaklijk het befluit nopens de gegrond heid dezer ftelling kunnen opmaken dat men de handelwijze door ons zoo even voor het Armenbeftuur voorgeflagen aannemende de kosten daar van voor de Maatfchappi M zoo drukkend niet zouden zijnals thans" j zonder nog het vleijend vooruitzicht mede te .rekenen dat dezelve daaglijks meer en meer verminderen zullen. Laat ons ten dien einde de volgende drie ftnkkendie tot deze zaak onmidlijk be-' trekking hebben wat nader onderzoeken. I. De bijzondere liefdegaven, II. Den ftaat der huis - armen. III. De voordeden die men zou kunne» trekken van zulke perfoonenwier zaaken verloopen zijn of wier gedrag flecht is. Wat het eerste ftuk betreft het is geens zins twijfelachtig dat de aalmoefendie men aan

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1807 | | pagina 444