xxxiv. voorbericht. inkomende, zijn zij 7 bij het Programma van 1792» nogmaals, onder degewoone Voorwaarden, op gegeven, om beantwoord te worden voor den eersten Januarij 1794. Zij bleven echter weder om onbeantwoord: waarom zij dan ook bij het Programma van 1794. zijn ingetrokken. Voorts werden bij dit Programma van 1790. voor de cerstemaal voorgefteldonder uitloo- ving van de gouden Medaille voor het best en meestvoldoenend antwoord, de drie volgen de Vragende twee eerste te beantwoorden vóór den eersten Jannarij 1792., en de laatste vóór den eersten Januarij 3794. XXXVII. Vermits de gefchiedenis der iheto. rijkeek, binnen de Provincie van zee land, niet zeer bekendis en dezelve noch tans vermoedelijk invloed gehad hebben op de" gebeurtenisfeu van vroegere tijden Vordert liet Genootfchap een gefchiedkundig Vcrilag van den oorfprongde verrichtingen cn lot gevallen der onderfcheidene Rhetorij kamers binnen gemelde Provincie. XXXVIII. Welke Fabri ken zouden, in aanmer king genomen wordende de natuurlijke gefteld- heid en ligging der Provincie van zeeland, en derzelver onderfcheidene gedeelten met goede en zekere vooruitzichten, nog kunnen ondernomen worden Men vordert: dat op zettelijk gehandeld worde over zulke abriken <lie

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1807 | | pagina 44