i§2 F. Vi FIÜMNOBl) ANTWOORD
vernederende flappen verkrijgt en die ai
dikwijls tot niets anders dient dan om zij
nen nood te verlengenen hem een kwij
nend en fmertelijk leven te doen leiden. En
fchoon hij al moeds genoeg hebhe om de ijs-
lijkheden der ontbeering van de noodzaaklijk-
fle levensmiddelen te verduren hij fchroomt
tevens meer dan den dood zelfs toevlucht
te neemen tot de ontëerende bronnen van be-
ftaandie hem de bedelarij aanbiedt. Hij zou
zich Ichamen zijne hand die alleenlijk bezig
heid begeerttot het bedelen uit te ftrekken
offchoon hij zeer wel weet dat die verachte
lijke ftand, terwijl ze hem van zwaren arbeid
en moeilijk zweet bevrijdtmenigwerfen
vooral dan wanneer men 'er ver genoeg in
gevorderd is om met al deszelfs loosheden
en ftreeken bekend te zijn, een ruim beftaan
in ledigheid oplevert.
Intusfchen men gewent zich aan alles.
Wie weet dus hoe veel lastige en fchaamte-
looze bedelaars 'er misfchien in onze dagen
zijn die in het eerst dien zelfden afkeer ge
voelden welke de nood - dwang hen ge
dwongen heefc te overwinnenDoor even
dringende en even uitgeftrekte natuurbehoeften
«ls huns gelijken geprikkeld hebben zij in-
insfche» niets anders em '#r in te voorzien
das