OVER DE ARM K A S SEN. 183 dan hunne handen en het loon van hunnen ar- beid ontbreekt deze, of zijn zij ziek dan zien zij zich hunnes ondanks gedwongen, wil len zij niet geheel en al bezwijken en hun ne kinderen van honger en uitputting zien fter- ven om tot dit uiterlle te komen. Het is hier mede gelijk met zoo vele andere dingen; het zijn Hechts de eerste flappendie onze eigenliefde iets kosten langzamerhand wordt men 'er aan gewoon en eindelijk fchept men 'er vermaak in. En ziet daar juist het geen allernoodzaaklijkst moet worden voorgekomen, indien men de maatfchappij niet daaglijks meer en meer wil zien bederven en ontaarten. Wat zou het niet te zeggen zijn, wanneer een gedeelte van onze vlijtige en werkzame medeburgersbij gebrek van bezigheid met hunne kinderen tot de harde noodzaaklijkheid gebragt wierden om de toevlucht te nemen tot middelen van beftaan die voor hun ver nederend voor de Regeering hoonenden zoo tastbaar fchadelijk waren voor het wel zijn der maatfchappij in het algemeen tot middelen van beftaanin één woorddie zulk eenen verderfelijken invloed hebben op de toekomende gedachten dewijl de mees te dier tedere fpruitjes 'er zoo niet het fieraad, althans de mmigfte leden van zouden moeten we-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1807 | | pagina 455