J0(5 P. r. PSH.R.SNOÜD ANTWOORD moet bijgevolg ook voor een gedeelte op de inaatfchappij nederkomen. Zou het nu voor-* jichtig zijn van het voornaamfte te veron achtzamen en zich bij voorkeur over het bij komende dat hier van weinig of geen nut is te bekommeren en zich alzoo ter in zameling van onze rijke oogsten geheel en al afhanglijk te maken van vreemdelingen wel ke onvoorziene toevallen zouden 'er niet kun nen tusfchen beide komendie hen zouden beletten van zich herwaards te begeven en wat dan te doen Ik weet weldat 'er verfcheidene Gewesten 3n Europa zijn alwaar de Fabrieken ten plat ten lande welvaren terwijl zij in de Steden gevaar loopen van ten onder te gaan maar de reden hier van is zeer eenvouwig. Haare gefteldhcid is in alles juist het tegengeftelcte van de onze waar uit noodwendig voort vloeit dat het geen aldaar nuttig is voor ons fchadelijk wezen het geen haar verrijkt» ons verarmen zou. En dit is geene wonder- fpreuk zoo dra men bedenktdat die Pro- vintien uitnemend volkrijken daarentegen zeer weinig vruchtbaar zijnuitgezonderd in Weiden en Beestenvoeder die maar weinig arbeïds vorderen. De Inwoners zijn dus wel verpligc om Fabrieken te hebben willen zij ee-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1807 | | pagina 468