OVER DI AB.MKASSEN. lOJ" eenigziris onbekrompen beftaan. Een enkel voorbeeld uit duizenddie men zoude kun nen aanhalen zal buiten twijfel voldoende zijn om de waarheid dezer Helling tastbaar te maaken. Een Landbouwer mijner kennis van hand werk een Geweermaker had zeven zoonen alle horologiemakers en bezat een landgoed» liet geen hij zeide genoegzaam te zijn om voor allen het noodige te verfchaffen en nogthans waren de moeder en de dienstmaagd, die van tijd tot tijd door het hoofd des huis gezin» zonder daarom zijn handwerk eenigzins te verzuimen wierden bijgedaan in ftaat om gedurende drie vierde deeien van het jaar alles te doen wat 'er te doen was. Het is zoo klaar als de dagdatdaar de zeven zoonen negen maanden van het jaar hadden om hunne kleederen en fpeelgeld te winnenzij goedkoop werken konden. De Fabrieken moe ten in dien oord noodzaaklijk bloeijen maar deze Provïntie is gelijk wij reeds aanmerk ten van eene zeer verfchillende gefteldheid. Daarenboven de bewoners van het platte land zijn het dierbaarste en tevens het nut tigde ja ook het gelukkigfte gedeelte des Volks immers in deze Republiekwaar zij nooit 3 althands zeer zeldzaam gebrek aan T 5 het

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1807 | | pagina 469