I€>J P. P. PESRSIf OÜD» AH T WOOR het noodige hebben zoo lang zij welvarend zijrt eri hunne handen gebruiken willen het zou dus noch voorzichtig, noch heilzaam zijn, hen van hunnen nuttigen arbeid aftetrekken om hun den fmaak voor zittende bezigheden in* tsboezemen als die waarfchijnlijk niet hunne Moeke en fterke ligchaamsgeftellen niet zou den overéénkomen. Zoo 'er onder een groot getal landlieden hier en daar fomtnigeniet begaafd met zulk een gelukkig geitel of van eenen te zwakken en tcdercn aart om den ar beid van het veld te kunnen verduren mog- ten gevonden worden zou het dan niet be ter zijnde zoodanigen la de Steden te zen den waar zij eenige Werkhuizen van hun nen fmaak zouden vinden en dus nuttig kun nen zijn Veel verkieslijker zou het ech- ïer zijn vooral tegenwoordig, het geval om te keeren en een gedeelte van de in de Steden iedigioopende jeugdnaar het land te verzenden. En kon de Staat ooit beflui- tenom opofferingen te doen ter zuivering en bebouwing van Mei - landen alwaar die zelfde jeugd nog nuttiger zou kunnen worden be zig gehouden, met het winnen en aankweeken vanvoortbrengfelen voor onze ware behoeften gefchïkt dan zou het tijdftip daar wezen ifüQ door een verfkadig ingericht en waarlijk Re-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1807 | | pagina 470