204 F. PERRÏSOÜD, ANTWOORB die bedelarij in genoegzaam geheel Zwitzer* landen vooral in het land van fVallis ftren* gelijk verboden is en zulks van onheuglijke tijden af geweest is.^ Hij fchafte zich da u reglementen aan die men daar gevolgd had en vormde derzelver fchikkingen ge- deeltélijk tot een geregeld famenftel, 't welk de goedwilligheid zijner Stadgenoten heeft ss tot Hand gebragt.— Zie 'er hier de hoofd- 5, zaak van. De Stad is verdeelt in kwartieren die w elk twee beftuurders hebbendoor.de Regee- ring benoemd, en dit bcftuur is voor hun, die 'er mede bekleed zijneven min een 5! ftuk van rang als eene bron van rïjk- s, dom gelijk dit van zelve fpreekt, Cook heb ik 'er geene melding van gemaakthet S3 beftaat eenvouwig in de ware armen te ont- s, dekken en bijteftaan. Uit elk district of kwartier voegt men een 5, dezer beftuurders en een lid van de Muni- 3, cipaliteit bij den Priester van het Kerspel. Deze drie vervoegen zich te famen bij den e, armen die onderftand vraagt zij verfchaf- fen 'er zich alle noodige onderrichtingen om den aart en de uitgeftrektheid zijner behoefte wel te kennen vervolgens teeke. nert zij hem aan op hunne lijst'en bepa-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1807 | | pagina 476