SÏ1Ï 7. F. PERRENÖUD, ANTTrtOÏS gelen onnut en overtollig maken zal, mij niet weerhouden 'er ee'ne aanmerking van den zelfden Schrijver bij te voegen die gevon den wordt in het hier voren aangehaald Num mer pag. 339. De Bedelarij is thans een der geduchtfte geesfels die Europa plagen en haare voortplanting heeft geen werkzamer be- ginzeldan het Oorlog. De verwoestingen die het aanricht de lasten die het nood- zaaklij k maakt de vertraging in den om- loop van het geld en van den koopban- del het ftilftaan der werken de ver- meerdering van den prijs der waren alle deze dingen die 'er het onvermijde- lijk gevolg van zijn doen zich vooral ge- voelen onder de behoeftige Clasfen twee- maal honderd duizend menfehen worden op één punft te Zamen gedrongen om elkan- der in woede te verfcheuren maar een milioen andere lijdt en vergaat langzaam door de opofferingen van allerleien aart welke men doen moet om de eerste te wa- penen te kleeden te voeden en in be- weging te brengen. Men telt Hechts de genen welken het ftaal met glans ter neder houwt maar verre af velt de armoede ,3 'er meer dan het flagveld. >3 En

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1807 | | pagina 488