XXX VIII. VOORBERICHT, en andere voortreffelijke mannén een hel- derer daglicht vsrfpreid hebben overliet fij ste rna lijmphaticwn of het famenftcï der water vaten; en deszelfs werking in de verfclïillende deelen van het menfchelijke ligchaamwordt gevraagdwelk nut kunnen deze naarfp orin- gen te weeg brengen in de Geneeskunde Desgelijks onder belofte eener prtemie van' twintig gouden Ducaten de volgende Vraag: XLIII. Of de heester, gloege of kloege genaamd (die in de om- en vooral de boven landen van Batavia rijkelijk groeiten gelijk andere wilde planten van zelve voortteelt') in (Europa ook bekend zij Of deze heester eenige overeenkomst hebbc met den heester nopal (bchtoxirende tot het genus van de caclij daar de chochonilje op voortteelt? dan of het ook de nopal zelve of wel een bastaardfoort van denzeiven zij En eindelijk welk nuttig en voor de oostindische Maatfchappij voordeeliggebruik van bovengemelden heester zoude kunnen gemaakt worden De antwoorden moesten worden ingezonden voor den eersten Januarij 1793. De XLfe Vraag, Over het zuiveren van bedorven water, werd binnen den bepaal den tijd niet beantwoord: zij is in het Program ma van 1793. bij vernieuwing, onder de gewo ne Voorwaarden opgegeven, om beantwoord te wor-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1807 | | pagina 48