ait8 P. F. PERRESOOD, ANTWOOR» den bevolking en alle de goede voomiiï- zichten van eenen Staat verflonden wor- n den om dat genoegzaam altijd de fchande n den geest verlaagt en den moed uitblirscht." Haasten wij ons na dezen langen uitflap om deze Verhandelingdie welligt reeds al te lang geworden iste fluiten met eene Jtorte herhaling der voordeden die uit alles 7 wat wij hier voren verhandeld hebbenzou den voortvloeijen, Eerstelijk voorziet men 'er doorop de Icrachtdadigfte wijze tegen het groot getal ar men 3 die genoegzaam alle de Diakoniekas- len zoo geweldig overlasten. Door de Bedelarij te dempen-, verleven digt men de Fabrieken terwijl men hier door de ledigheiddie bron van zoo veel ondeugden en rampen verbant. Veel goeds wordt hier door bewerktnu toch durft zij zich niet meer openlijk vertoonen om bij- fiand te vragen en ook hier uit is het mijns bedunkens dat de meeste misbruiken ontftaan die de nijverheid verdooven. Indien de voorgeftelde middelen niet ge- noegzaam warenom den last die andere op de burgers van alle de overige Volksclasfen viel gevoelig te verligtendoor de nood lijdende iij ftaat te ftcllen van in hun onder houd

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1807 | | pagina 490