J. BB KANTER, PHIL. Z. «VER. Zou het water in eene horizontale richting uic- Ipopen met fnelheden die door de vierkants wortels der hoogten kunnen worden uitgedrukt ^2} zoo dat H I \j E H, en K L V K. 4. Deze Conftrudlie makende voor alle an dere tusfchen gelegene Pundïen en voorts door de einden dezer Lijnen eene kromme E I L G trekkendezoo is deze een Parabool Want ook in den Parabool heeft men de ei genschap v' E~HV Ë~K H I KL. 5. Kent men derhalven E II en E K i» Voeten of in Duimen zoo kan men volgens de formules der bewegings wetten de fnelhe- (den door Hl, KL enz. uitgedrukt vinden. 6. De eigenlijke of volftrekte fnelheden zijn volgens de regelen der beweegkunde als de wortels uit tweemaal de hoogte vermenig~ yuldigd met de zwaarte- kracht. Nu is de zwaarte - kracht zoo groot dat een Ligchaam met de fnelheid in de eerste fccunde van zijnen vrijen val verkregen, mee eene gelijkmatige fnelheid in de volgende fe- cunde 31,2 Rhijnlandfche Voeten zoude door- vallen. Noemen vrij dan deze zwaarte - kracht 2, de fnelheid - - - -s e-n de hoogte - - h; Zop heeft men s V 2Th: en voor 2 des- zelfs

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1807 | | pagina 498