BE ÜITLOOZINS DER SLUIZEN. 22JJ tijds gelijk aan de oppervlakte van het gat (hier door bh uitgedrukt) vermenigvuldigd met de eenparige [nelheidwelke een Lig- chaam zou verkregen hebben met door eene hoogte te vallen die gelijk was aan van de hooete des Waters en deze fn'elheïd O wordt uitgedrukt door 7, 9V7A (§-&)• Of ook gelijk aan de oppervlakte van het gatvermenigvuldigd met f der eenparige [net heid welke een Ligchaam zou verkrijgen door de geheele hoogte des Waters door te vallest. 11. Voorbeeld: Men vraagt: hoe veel waters in eene [ecunde zal uitloopen door eene verticale opening 6 voeten breedals het Water 9 voeten hoogte heeft Voor de middelbare ftelheid hebben wij dus hier s ~j, 9 JV —7, 9 V 4 3 9xa r= 15, 8 voeten in eene fecunde de grootte van het gat bh 6x9 54 vierkante voeten. En Q of de hoeveelheid Waters derhalve 7, 9 x 2 x 54 353a taarlingfche voeten jn eene fecunde. Of ook Q =f X 7» 9 ^9X54 =1x7,9 x 3X 54 =3 8532 taarl. voeten. TOE»

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1807 | | pagina 501