DE UIÏLOO.ZINC DER SLUIZEN. 2.3U
geene Vloeiftof in evenwigt kan zijn voor
dat alle haare rcgtjiandige Colommen dezelf
de hoogte hebben. Dit onder het oog hou
dende zoo is het ja onbetwistbaar dat
de nieenigte Waters onder HC de hoeveel-
'heid onder C in evenwigt houd maar
het is niet minder waar dat deze laatste
wordt gedrukt door het boven opftaande Wa
ter ter hoogte van AC of D E, en daar
om volgens de allereenvoudigfte Waterweeg-
kundige wetten door CB wordt uitgedreven.
14. Voor den Wiskundigen is dit bewijs
voldoende doch wil men eene beflisfende
Proefzie hier dan eène zeer eenvoudige.
Men neme een Vat B QFig. 5.) van hout
of blek van willekeurige afmetingen de
bodem van het mijne was 3§ duimen breed,
en 6 duimen lang de hoogte was 14 duimen.
Men make op omtrent de halve hoogte in
een der zijwanden in b een-gaatje van omtrent!
2-lijnen middellijns en beneden, omtrènd
een halven duim bovenden bodem, een even
groot gaatje cmen ftoppe ze beide met
kurkies.
In de tegen overgelegene zijwand in lof
hooger, mits lager dan het gaatje in bma
ke men een pijpje met een regten hoek op-
waards gebogen ên bevestige in het zelve
wa-