XL! I. VOORBERICHT," ren j. d. van leeuwen en c. terne, met de gouden en zilveren Eertnunt bekroond: doch daar bij, en bij de uitgave dier {lukken, in het XIKe Deei was alles gebleven. Het gevoel hier van deed in het Jaar 1792. een voorftel van fommige Directeuren en Leden geboren worden, 't welk bij het Programma van dit Jaar werd be kend gemaaktom te beproeven of een genoeg zaam aantal lieden, van welken rang ook, zich zouden willen vereenigen, om een afzonderlijk Genootfchap opterichten ten einde met eikan deren te beramen de uitvoering van een gefchikt ontwerptot aanleg eener Begraafplaats in de opene lucht.En in de daad verfcheiden Wel- gezinden vereenigden zichen benoemden tot Commisfatisfen uit hun midden de Heeren mathias tous, m. van visvliet, p. g. schorern. c. lambrechtsen en a. drijfhout. Men kocht een bekwaam Veld, tusfchen Middelburg en Vlisfingenmen maak te ontwerpen van aanleg, infchrij ving enz. Maar 'het bleef zonder gevolg. De tijdsomftandighe- den fchenen dit verzuim teverfchoonen. Vijf ja ren later, hervatte men de overwegingen: en de Heeren j. h. schorer en c. g. bijlevelö wierden verzocht de plaats der afgeftorvene Hee ren mathias pous en m. van visvliet, (bei-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1807 | | pagina 52