2 jo antwoord over. h. surita en p.wesseling. Ik wil nu niet onderzoeken waar dit Magis best gezocht worde, 't zij te Old Radnor, met burton, 't zij bij Kenchester met cam den us eti wesseling, 't zij omtrent Lidburg, met baxter, 't zij te Cwiilmet strange in 't IV. Deel der boven aangehaalde Archceolo- gia pag. 4. en 5. Ik durve echter op de Brittannifche naams-afleiding van Magufa- nus minder aandringen na dat ik de ge dachten van den Heer van lijnden tot blitterswijic gelezen heb in van wijn's Huiszittend leven I. Deel IV. Stuk bladz. 335-356. Liefst zoude ik den oorfprong des naams Rurorina ook in Brittannie zoeken. In het meergemelde Itenerurium van antoninus pag. 484.485.vindt men Ifcae Leg. II. Augusta, Barrio, Gobannio Magnis [Ma- gis] Iter ab Isca Calleva Burrio Blestio. Het is niet onmogelijk dat de Go din Burorina haaren naam bij verbastering ontleende van dat Burrium 't zij men met gale daar door verftaat Brubege zij lie ver met horsleij, door wesseling ge volgd Usk of Uske in 't Graaffchap Mon- vioutk. Het laatste behaagde ook aan har- ris en strange gelijk blijkt uit de ge- mei-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1807 | | pagina 552