1 ii- voorbsricht.
ve toegefehreveneene loutere gisling, zortdet
«enig bewijs of proef was. Het vernuftig uit
gedacht werktuig, daar toe in de vierde Ver
handeling voorgelfeldhad niet alleen vele zwa
righeden, maar moest, immers in de meeste ge
vallen, ten eenemaal ongenoegzaam zijn. De
derde Verhandeling, offchoou zeer eenvoudig
gefchrevcnbevatte zeer veel goedsen gaf in
tie zaak dezelfde werktuigen op als de Eers
te: doch in deze wierden dezelvenniet alleen
veel naaukeurigermaar ook aanmerkelijk ver
beterd voorgedragen en met eene proef ge-
fiaafd. Dus deze Verhandeling hoe zeer 'er
gewichtige bedenkingen omtrent dezelve over
bleven, alleen in aanmerking konde komen om
bekroond te worden. Het Genootfchap had dus
.beflotenindien de Schrijver van dezeen die van
de derde Verhandeling binnen drie maanden
hunnen naam aan den Secretaris a. drijfhout
bekend maaktenaan den laatstgenoemden een
Exemplaar van des Genootfchaps verhandelin
gen ter aanmoediging te geven en aan den
eerstgemelden de zilveren Medaille j enindien
hij de bedenkingen tegen zijne werktuigen toe
genoegen eener benoemde Commisfie kon
wegnemenin plaats van den zilveren den
gou-