i. iv. voorbericht. goudeneen ten aanzien der tweedede zi.'vere Medaille toegezegd. 'LI. Naar welke regelen moet de waardij der We- tenfchappen beoordeeld worden en wellte prijs is 'ervolgens de regelente Hellen op de vor deringen die in deze eeuw in derzelver onder- fsiheidene takken gemaakt, en op de ontdek kingen die 'er gedurende dat tijdvak in ge daan zijn jLII. Heeft de Haring- en Kabeljaauvisfcherij voormaalsin zeeland gebloeid en wezenlijke voordeden aangebragt? welken zijn de oorza ken dat die Visfcherijen in deze Provincie in verval zijn geraakt en welken zijn de gefchïk- ftc middelen om dezelven (met een gunftig vooruitzicht) aldaarop nieuwmeer algemeen tot ftand te brengen? Op de LI?e Vraag is geen antwoord inge komen en zij is vervolgens niet weder voor- geftcld. De LII?C werd beantwoord met eene Ver handeling onder de Zinlpreuk: De Zeehand laars en Fisfchers handHer fielt de kracht t zwak Nederland: doch zij werd ten eene- maal onvoldoende gekeurd, en dus niet be kroond. De Vraag is in 1799. ingetrokken. In 1795. en 1796. heeft het Genootfchap Sit hoofde der rijdsomftandigheden, geene Ai-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1807 | | pagina 64