VOORBERICHT. IV. gemeene Vergadering gehouden en geene Prijs vragen uitgefchreven. In 1797. echter wierden bij Programma we der de drie volgende Vragen voorgefteldte beantwoorden vóór den eersten Januarij 1799 met belofte van de gouden Medaillevoor het best en meest voldoend antwoordt LIII. Vermits het uit de geschiedenis kennelijk isdat .de ycrfchilletideQriekfche Staten lot het afvieren ran de Perfifche raagt, in een onderling verband gejlaan hebbendat zij ookimmers yerfchcidene derzelveneeneii gerneentn Raad en Rechtbank gehad hebben onder den naam van Amphidtijonifchen Raad hekend; dat eindelijk, naden tijd van Ale xander deiiGrooten, eene focderative Re- publiek onder den ■naam van het Achaeifche Böndgénóetfchap beflaan heeftzoo wordt.ge vraagd; Welke is, in de beide verfchillende Tijdvakkende aard en natuur van ieder Bond- genoodfehap geweest; welke waren daarvan de voordeelige uitwerkfelenwelke de nadee- lige gevolgenen gebreken hoelang heeft ieder derzelven beftaan en is derzelver verval en ein de aan eenige oorzaak in derzelver Staatsform of aan toevallige omftandiglicden, 't zij van kwaad beftuurof anderente wijten geweest Wel ke zijn eindelijk de Staatkundige lesfen of he- iluiienuit die aanmerkingen ter aanprijzing -of afrading van een foederatief ftdfcl te maken

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1807 | | pagina 65