tv III. VOORBERICHT.
vattende, echter niet ten vollen voldeed; werd
den Schrijver de zilveren medaille toegewezen
zoo hij zich bekend maakte. De Schrijver
p. p. perrenoüd Franfch Kostfckoolhou-
der te Middelburg was intusfchen overleden
de zilveren Medaille werd aan zijne Weduwe
overhandigd.
Deze Verhandelingin het Nederduitfch
vertaald, is de vierde in dit Deel.
De Vraag intusfchen werd op nieuw open
gezet tot den eersten Julij 1800.
Het Genootfchap ontving een derde antwoord
óp dezelve, onder de Zinfpreuk: Geen vuige
eigenbaat befluarde mijne handMaar 'theil
mijns evenmenfch en V heil van V Vaderland,
Het kon echter de goedkeuring van het Ge
nootfchap niet weg dragen: aïthans niet om be
kroond te worden. De Vraag is in 1801. inge
trokken.
De L V?e Vraag, betreffende het florten van
Olij en Traan in Zeewerd met twee Verhan
delingen beantwoord: de eerste had ten Zin
fpreuk Niet bij gelukniet bij een enkel toe
val wordt de menfch zedelijk groot enz. J. B,
Uriein.
De andere: Stort Olij Traan of Vet y enz
De