ixiv. voorbericht. den. Dan uit aanmerking van het groot be lang der zaak, en dat het misfehien mogelijk zoude zijn dat de Schrijver dezelve zou kun nen oplosfen en wegnemen werd befloten hem uit te nodigen, om binnen vier weken, na de uitgave van het Programma, een weg aan te wijzen, om, onder zijne zinfpreuk, zonder dat zijn naam bekend wierde fchriftelijk met hem te corresponderenen de boven bedoelde "bedenkingen en zwarigheden hem op te geven onder belofte van de uitgeloofde gouden me daille zoo hij dezelven tot genoegen kon be antwoorden en oplosfen. Ingevolge deze uitnoodigïng heeft de Schrij ver zich, onder zijne zinfpreuk, aangegeven om de door het Genootfchap op zijne Verhan deling gemaakte bedenkingen te ontvangen ca op te losfen't geen hij vervolgens in zoo verre deed, dat het Genootfchap daar in genoegen namgelijk hem dan ookde gouden Medaille is toegewezen. Bij het openen van het Billet, bleek Schrijver te zijn andries schraver, Landmeter, en Commisfaris Inipecteur enz., woonende te Zie- rikzee. Deze Verhandeling is de vierde in dit Deel. op'

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1807 | | pagina 74