v o o a b k R 1 e H itikr* Op de LIXÏe Vraag, rakende de de a bbs rorina, ontving het Genootfchap eetïe Ver-> handeling, onder de zinfpreuk: Uit liefdetot ds Oudheid: doch zonder Billet, waar in'sSchrij vers naam had behooren te Haam 'tGenootfchap oordeelde, dat deze Verhan deling in vele opzichten wel blijken opléverdë van 's Schrijvers belezenheid en naarstigheid f bijzonder ten aanzien van het tweede deel der vraag: of de naam burobisa ook elders op eenige opfchriften of overblijf/els der Oudheid voorkomt? doch dat, vermits dezelvefiietvoor zien was met een verzegeld billet, ingevolgedë voorwaarde der uïtloving in het Programmes en vooralwijlnaar het oordeel van des Ge- nootfehaps Gecommitteerdende Schrijver Zijn» gevoelen, aangaande den oorfprong der godheid burorina ,en de ontleening van haren naam niet fteliig had aangedrongen of waarfchijn» lijk gemaaktde uitgeloofde zilveren Medaille aan den verdienstelijken Schrijver niet koa worden toegewezen. Voorts werd befloöcens deze Verhandeling, als ten aanzien der hoofd-r zaak van de vraag eene geleerde gisfing en ten aanzien van het tweede deel eetï Zeer voldoend onderricht in zich behelzende I. Dee e, door

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1807 | | pagina 75