iXXII. VOORÊK^ICKT,
lefiellendeelsow bo uw ft of en optcza*
welen voor eene Hlgemeenc Letterkundige Ge-
fchiedenis onzeVaderlandsdeel om in
middels den Land genot cji het voordeel de Ge-
fchiedverhalen van iedere bijzondere Lak van
Wetenfchap te doen genieten
panc/200 het der Maatfchappij zeer noodza
kelijk is voorgekomen 9 dat de behandeling van
den geheelen omvang van dit belang i k ft uk
iot voorkoming van verwarring en noodeloozen
emftag 3 gefchiede in de best mogelijke orde
en dat 9 ten dien eindeindien het mogelijk is s
behoorlijke onderfcheiding van Weten-
fchappetz en Fraaijc Letteren niet alleen 9
maar ook eene goede eti welberedeneerde volg
reeks en verdeeling van beiden vooraf worde
-vastgefield volgens welke de Maatfchappij
dan jaarlijks het voorftel barer P svragen
nopens dit onderwerp 5 des goedvindende20^
'kunnen inrichten en het Haar gebleken is 9
dat onderfcheidelie Geleerden die over - 'e
verdeeling der Fraaijc LetterenWetenfchap-
pen en Konsten (Jzoe zeer 9 naar het oordeel
der Ouden als met zekeren gemeencn band
vereenigdj) gefchreven hebbenin dit opzicht
rook van eikanderen aanmerkelijk ve, J'chillen 9
heeft de Maatfchappij beftoten de uitfchrijving
van eene Prijsvraag over de Gefchiedenis eener
'bijzondere Wetenfchap nog voor één jaar aan
U houden 9 en inmiddels goedgevonden onder
aitloovingvan de gouden Medaillede volgende
Prijsvraag uitte fchrij venom beantwoord te
worden vóór den eersten van Oogstmaand 1805.