lxxiv. voorbericht»
zulk een aanmerkelijk gedeelte onzer vroegere
Landsgeschiedenis bcllaan en menomtrent
eenige bijzonderheden dezelve betreffende ver-
fcheidenlijk gedacht heeftwenfchte men nader
en voldoende bewezen te zienuit welke eerste
beginfelen beide die partijfehappen zijn ont-
ftaan? Of die beginfelen geenen vroegeren oor-
fprong hebbendan de Landverdervende ge-
fchillen tusfchen Margaretha van Henegou
wen en haren Zoon Willem den Vijfden Wat
aanleiding tot de benaming van Hoekfch en
Kabel;aauwfch gegeven hebbe Of de ware
afleiding dier bewoordingen uitgemaakt zij
En welk het hoofd- oogmerk dezer Partijen
geweest zij, federt derzelver oorfprong tot het,
uiteinde toe
Het Genootfchap had het genoegen niet, op
de eerste Vraag, nopens het verband tusfchen
Wetenfchappen en fraaije Lettereneen ant
woord te bekomen: het heeft die Vraag bij hec
Programma van 1805. ingetrokken.
Gelukkiger was het Genootfchap ten aanziere
der LXVI?e Vraag over apollonids vaa
Tijanaop dezelve heeft het vier Verhandelin
gen ontvangentwee in 't Latijn eene in het
Franfch en eene in het Nederduitfch onder
de volgende Zinfpreuken
a. Amphora coepit inflitui Sc,
0. Nihil hodie diciiur c.
e. La-