El T. S P ELE VE LD OVER DE OPSLIK KING Hond moest afleiden, en mijne bevindirig heeft daar mede overeengeflemd. Den 13 Decem ber des vorigen jaars voor de Zuidwatering op omtrend 40 Roeden afftands van den Wal ten anker liggende, wierp ik ruim een uur ba het begin van den Vloed voor Vlisfingen een plankje uit, 't welk deszelfs lijn in 30 40' had afgeloopenik herhaalde die proef toen de geulen A. B.door de Kaloot lo pende, den ftroom met kracht in den Hond begonnen te trekkenen bevond toen dat de lijn J°4i' minder tijds noodig had 0111 af te loopen. De ftroom was derhalven ruim een derde fterker, dan bij de eerfte waarneming; doch, daar die fterkere ftroom zekerlijk niet gelijk kan gefteld worden met dienwelke in den Hond vliet, om dat de eerfte op de Ka- loot eenigzins affluit, en de bodem van den Hond veel dieper is dan die voor de Zuid- wciteringen het bekend is, dat de fneihcid der ftroomen geëvenredigd is aan den vier kants wortel van de diepte des bodems, kun nen wij gerus uelijk vastftcllendat de ftroom langs de Zuidwatering tot den tijd toe, dat dezelve zich door de overftrooming van een groot deel des Iialootsniet dien van den Hond vermengt, ruim efiiis zoo zwak is dan die der IFesterfchelde Ik

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1818 | | pagina 114