DER MIDDELBURGSCHE HAVEN. 23
XIV.
Ik heb te kennen gegeven IX. dat
de vloedftneora van het Fesrfche Gat dien van
het Sloe moest terug werpen hier van is
mij ook bij ondervinding de waarheid geble
ken. Omtrent twee uuren na dat de Vloed
voor Vlisfingen was begonnenvoor Ram-
mekens ten anker liggende, kwam de Stroom
door het Sloe nog van het Veerfche Gat, en
wierp zich met dien van de Zuidwatering
vereenigt, door de geulen A. en B. in den
Hond. Beeze Vloed vloeide derhalven op
dat oogenblik door het Schengen en door
het Kanaal voor de Haven van Middelburg.
S XV.
Daar nu echter deze Stroom (legts een Izeer
zwak gedeelte is van dien, welke door de Zuid-
vliet trekt daar dezelve zich door naauwe en
ondiepe geulen (A. en B.) ontlastdaar hij nog
meer gebroken wordt door dien van de Zuid-
wateringmet welken hij zich vereenigt; daar
hij het Zrnemuidcnfche Gat bovendien genoeg
zaam mis moet lopen, alleenlijk op het land van
Zuidbeveland bij C. moetende affluiten (§1.);
kan dus ook deze Stroomniet dan zaer zwak in
het Sloe en volftrekt onbeteekenend in het
Kanaal voor de Haven van Middelburg zijn.
B 4 Hier