26 t. sïele veld, over de sf8l1ksïng dere plekken: ten bewijze dat de medege voerde Slib zich nederzette h en de Eb welke 'er met Ilil weder doortrokhad bij na de klaarheid van een langzaam vloeijend Rivierwater; waar uit bleek, dat 'er bijna geene de minfte fchuring konde plaats heb ben. S XIX. Men werpe nu het oog op het hier achter gevoegde kaartje, en men zal zich niet ver wonderen over den geweldigen aanwas der Banken en Platen in het Sloe, noch over de ondieptens welke 'er op zoo veele plaat zen in gevonden worden; men zal zich niet verwonderen in den ingang van het Schengen bij laag water naauwelijks 3 voeten diepte te vinden, en in den ingang van de eertijds niets beteekenende Zuidvliet eene middelbare diepte van ruim 50 voetenmen zal zich niet over de uitgebreidheid van de Kaloot ver wonderen welke zichvolgens de naauwkeuri- ge waarnemingendoor den Franfchen Ingenieur der Marine beautemps beaupré ge daan, (ij) reeds tot voor Vlisfingen uitftrekt, noch C l Dit kan voornamelijk ten tijde der Stroomkcntering bemerkt werden. Zie zijne fraaije Kaart der fFestcrfckeldi tot aan Ylntwe-rj>tn,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1818 | | pagina 118