DER M ID DEL B tril G S C HE HAVEN» plan. Men befpeurt 'er o.p dat een hoofd aan de zijde van het kasteel is aangelegd 't welk om trend 65 a 70 Roeden voorbij het uicerfte bolwerk van dit kasteel fchiet. Voorts loopt 'er van den dijk a een rijswerk tot ben van daar een palen hoofdje tot c 't welk zich niet verder dan tot over de bat terij d van het Westelijk hoofd e uitftrekt. Dit Westelijk hoofd nu zou men kunnen laten zoo als het isdoch den dijk a tot aan b langs het krib werkje moeten verlengen of zelfs zou men voldaan kunnen met alleen dit kribwerkje te verfterken en eenige voeten te verhoogen alzoo het met zeer hoog waser ondervloeit. Voorts zou men een nieuw Oos telijk hoofd ten naastenbij in de rigting van bfgdienen aanteleggen 'c welk even ver als het Westelijk zou moeten vooruitfchieten. Tusfchen deze hoofden, ter plaatfe f, zou de eenc Spui- en Schutfluis moeten aangelegd worden bekwaam om zware fchepen door te fchutten. C 4 Het Het beloop van dezen Dijk is uit n at tin ga overgeno- jnen doch daar het zeer mogelijk isdat dezelve zich thans door latere inlagen nader aan het She uitftrekt (het welk ik oor deel uit de Kaart van b. b p mj p b. V zon dit alweder «en arbeid en de kosc«i verminderen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1818 | | pagina 131