44 T. SPELEVELDj OVER D E OPSÏ.IKEINS heeft te weeg gebragtdan moet hetom eene ophooging van 9 voeten te bewerken den tijd van 198 jaren in het Dok gevloeid hebben.Dit zal uit het boven bewezene niet verbazend voorkomen. Doch laten wij verder gaan en Hellen dat het Vloedwater alleen jaarlijks één duim aan- flikking in her Dok veroorzaaktdan maakt zulksom de twaalf jarenéén voetdat is dus, om de 108 jaren, 9 voeten. Dat dit op de waarheid moet gegrond zijn blijkt daaruitdat die genen, bij welke ik on derzoek heb gedaan wegens de g'eheelc uitdie ping van 'tgemelde Dok hoezeer reeds be jaarde lieden geene kennis droegen van den tijd dat zulks heeft plaats gehad. Echter zou dat gedeelte van het Dok'twelk in 1793 niet is uitgegraven nog zeer wel voor zwa re Schepen gefchikt zijn, zoo de Dam, wel ke ter affchutting van de andere helft des Doks gelegd is zulks niet zeer belemmerde. XXXV. Dit onfchatbaar voordeel van het affluiten der Kanalenzou in het verhandelde geval nog grooter zijn dan in Vlisfingen. 1 De grootere uitgebreidheid van. het Kanaal zoude krachtiger fpuijing toelaten en de

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1818 | | pagina 136