6o T. SPttLÏVELD, OVER DE OÏSLIKKINC 's Lands zelfs voor de zwaarfte Schepen eenen gemakkelijken weg aanbiedteen weg welkers ruimte ten aanzien van beide de ga ten nog geftadig toeneemt en die derhal- ven aan geene der zorgelijke vooruitzichten on derworpen is welke op alle andere punten van het Oostelijk deel van het Eiland al den aangewenden arbeid voor het toekomende kun nen verijdelen XLVIII. Immers de diepte in de Zuidvliet geftadig toenemende en die voor Vere niet verminde rende kan 'er gelijk XLI V. gezegt is geene andere zwarigheid tegen dit Ontwerp beftaan dan de vrees of de diepte voor het nieuwe Kanaal niet eenigzins naar de zijde van Noordbeveland zal verloopen van het welk men alleen door herhaalde en naauw- keurige proefnemingen kan verzekerd worden. En zelfs in de vooronderftelling dat dit eenigzins plaats heeft is nog wel de vraag of het in die mate beftaat, dat daar door het vaarwater vóór het Kanaal verftopt worde gelijks zulks in de andere deelen van het Sloe te verwagten is Hier bij komt dan nog in aanmerkingdat indien deze plaats niet tot het oogmerk ge- fchikt

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1818 | | pagina 152