OVER. APOLLONIUS VAN TIJANA. 73 Heidenfchen Wijsgeer ondernomen als van CEL sus (A) en froïitüs (i) die beiden in de tweede eeuw leefden. Nog zorgelijker was de toeleg, om op allerlei wijze den Stich ter van den Christelijken Godsdienst te ver nederen het zij dan dat men hem yoor eencn Bedrieger uitmaaktehet zij dan dat men dezen en genen met hem in gelijken rang plaatfte om te bewijzen dat hij niets had verrigt, dat ook niet door anderen verrigt was geworden. Hier van daan, dat hierokles den beruchten apollonius van Tijatm in gelijken rang met Christus plaatfte Qf) en daar in door anderen in later tijd is gevolgd ge worden, als: door ciiarles blouni E 5 en if) Schoon zijn werk verloren is gegaan kan men evenwel over zijn aanval op den Christelijken Godsdienst genoegzaam ocr- deelcn, uit het geen Or ige ties in zijne wederlegging van hem heeft bewaard. iConf.Min utius Felix O ctavius pag.366. cd. Hei aldi. Eufebius gefchriftdat opzettelijk tegen hem gerigc isheeft Olearius bij zijne Uitgave van Pb Hof tr at us ook laten afdrukken. Eufeb ius C. 1. bij 01 ear. pag. 429. getuigtdat geen der vroegere tegenftrevers van het Christendom (derhalven geen Celfus geen Porpbijris) maar "t eerst deze Hiero kles (die eerst 200. jaren na Ap olloni us ico. jaren na P b i- leftratus leefde) de ftoutheid gehad hebban Apollonius bij onzen Heiland te vergelijken. Hij heeft in het jaar 1680. eepe Vertaling uitgegeven van de twee eerste boeken van Pbilostra tu s en in zijne bijgevoeg de aanmerkingen, vele bedenkingen tegen de wonderen van den Zaligmaker geopperd. Het oordeel], dat B 4ijle, Diet. Hist. Cr it. Art

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1818 | | pagina 167