1^8 J. II. LOTZE EN K. W. TIJDE MAN Kan men dit zeggen van de berigten nopens apollonids Laat ons eens toegeven dat damis berigten van apqllonius heeft vervaardigd wanneer zijn die dan nog of waar zijn ze vervaardigd; waarom zoolang ver borgen gehouden Is het niet zeer vreemd dat de berigten van eene zoo merkwaardige gefchiedenis geheel onbekend zijn vóór phi- lost ratos. XIV. Ten tweeden, zoo men het werk van phi* lostratus voor een echt ftuk houdt, niet tegenftaande zijne berigten nopens apollo- wius geene waarde hebben, dan moeten de Evangeliën althans echt zijn, om dat derzelver berigten nopens jezus alle waarde hebben. Wordt niet hedendaags de echtheid der vier Evangeliën beilredenom dat ze zoo vele wonderen verhalen, die door jezus Chris tus verrigt zijn? Wie eenigzins bekend is met de latere aanvallen, zal hier geen bewijs vor deren, Men had hier bij niet uit het oog moeten verliezen, dat zulk eene redene ring in allen gevalle flechts toepasfelijk is op het verftand en de waarheidsliefde van eenen Schrij- CO Men vergelijke flechts Ek er man» Th. Bcijtr. V. B. a. Bh 47.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1818 | | pagina 232