x VOORBERÏGT.
Genootfchapsden Heer M( N. C. Lambrecht».
sen, voor zijne aanhoudende en onvermoeide belang,
felling in dit flukje, en pogingen om des zelfs uitga
ve te doen tot ftand komen.
Tevens betinge ik mijnen dank aan onze geleerde
Gefchic cl kun dig endc Heeren M'\ Iï. van Wijn
en W. Bilderdijk, welke beiden deze Verhandeling
wel hebben willen lezen, en mij hunne aanmerkingen
mededeelenwelkebenevens hetgene ik zelf later heb
opgemerktmen hier bijgevoegd zal vinden, van het
vroegere door haakjes of door een ander merk
der aantcekeningenluiten de doorgaande volgreeks
des alphabetsonderfchciden. Het was een verzuim
van mijdat ik bij de aanteek. (u), bl. 1820, en
later, alwaar Heer Jan van Beaumont Voorkomt,
niet bijgevoegd had: dat over dezen edelen Ridder
nader vergeleken kondi wordenhetgene dc Heer van
Wijn geleverd hadHuiszitt. Lev. II. D. 1 St. igia.
bl. 191—197, bl. 101, en Voorr. bl. xxvii, y.
Te regt zegt de Heer v. W. ter laatstgcmelder plaatfe
Hii was een der beroemdfte mannen van zijnen tijd,
en zijne Staats- en krijgsbedrijven verdienden eene af
zonderlijke Verhandeling:" voorts aldaar bij voorraad
vermeldende de Bcfchrijving der Heeren van Schoonho
ven en Goudawelke door den Heer de Lange
van W ij n g a ar o e n fond uitgegeven te worden.
Deszclven Gefchiedeuïs der Heeren en Befchrijving der
Stad van der Goüoe I. Deel, is eerst in het licht ver-
fchenen, toen de bovengem. bladzijden (alsmede bladz.
do) mijner Verhand, reeds afgedrukt waren. Dat
werkwaarvoor iederdie eenig belang in de Vader
land-