EN KABELJA AUWSCHE TWISTEN. 43
bier in aanmerking, de voor aan 't werk ge-
plaatfte metaphora of allegoriealwaar hij
wel, gelijk gedurende 't geheele werk, de
klagce heeft van 's Vorften (Willem s) jeugdi
ge zwakke goedheiden 't misbruik door an-
de«
Fhil. a Leijd. in zijn prohtmium zegt: vifa est per
fibï pr <eft denies RespubUca in feil x et dl sper fa want
(a) de prafidentes kunnen ook de Groocen zijnwier
twisten 't land verfcheurd hadden, (b) Hij fchreef
Hechts om 't verkeerd gedrag des Vorfien aantewijzen,
en de middelen van redres, en om te nopen tot der-
zelver gebruik. 2. dat hij elders, Caf. ?i, p. 243
vermeldt, het folenne factum Prmciptsmqtoris pree-
Jent is opusculiqui ob rebelliomm fedandam qua?n mn-
tmdi in Rempublicatn et Jibi pub ditos cxcercebantc as-
tra mult a funditus disfipavlt: want Ca) zij, tegen wel
ken de Vorst zich verklaart, en die toch gewapend
blijven, zullen zoo wel weerfpannelingen genoemd
worden, als waren zij zelf begonnen tegen den Vorst
op te ftaan. (b) de uitdrukking, door Ph. v. L. ge
bruikt: rebelles in R empublicam et in fubdUos principe
laat ons gevoelen zeer wel toe. 3. dat hij in zijn'
Tract, de for mis et femitis reipubl. gubern. p 390fchijnt
aan te duiden, als of de vleijers zelf al te zeer ver
rijkt zijnde door 's Vorsten al te groote goedheid,
tegen hem waren opgedaan: want (a) er is geen blijk,
dat dit op de Hoekfche partij gemunt zijof zulks toen
hebbe plaats gehad, (b) al had zich een der vorige
gunstelingen naderhand zoo tegen Willem gedragen,
kan 't in den tekst gemeld en geftaafd gevoelen over
het begin der troebelenhier inede wel beftaan.