5z over de hoek sc he Ten opzigte der late melding, der factiemmen, ben ik 't ééns met wagenaar audat er echter geen twijfel isof zij zijn al veel vroeger, aan de meeste ooïden, gemeen ge- weest." Het waren toch oude, reeds voor lang gevormde partijen, wier eene voor Jako- ba, de andere liever voor ieder anderen was; wier eene, onderdrukt door Haar Vader, Wil lem VI., (maar welke gebeurtenisfen onmidde- lijk zamenhingen met die onder de regering, van Wtllems Oom en Vader,) bij zijnen dood het hoofd weer opftak, terwijl de andere tegen deze, dus voor Jakobade wapens aangordde,- 25. over het Eindelijk: dat de Hoekfchc partij in dat 11 lemen der J ij openlijk Staatsftuk de eerde genoemd wordt, tö; nier K. fchijnc eenvoudig, zoo als nog in 't algemeene fpraakgebruik, gemaks- en weiiuidönheids- halve gefchied te zijn; fchoou 'r hier eok voorbe dacht, uit beleefdheid, om allen febijn- van vernedering aan de ongelukkige Jakoba te be- fparen, dus kan gefield zijn. over de jn kleuren van onderfcheid ten op- Kleuren en le.iz. 11 der zigte van welke ik bij de Vaderiandfche Schrijd factiën. vers tot nog toe geheel vruchteloos eene Heili ge meldingof Hechts eenige aanwijzing ge- zócht (au} t. aangeh. pi. Ill, D. bl. 488.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1818 | | pagina 374