54 OVER DE HOEKSCHE Derhalve, hoe goed ook deze conjecture weer in dien zamcnhang past, en mij plaufibel fchijne, kan ik ze hier Hechts geven voor 't geen ze is, voor gisfing; terwijl de prijsvrage nadere en voldoende bewijzen vordert. Maar ten opzigte van alle de bijzonderheden, waar op het hier meest aan zou komen; ontbreken ons gelijktijdige en voldoende berigten, z. bov. onzen 16: zoo dat voldoende bewijzen, naar mij dunkt, nog zullen moeten afgewacht worden, indien 's Lands oude Gefchiedkunde nog met nadere ontdekkingen van oude Schrij vers of documenten verrijkt mogt worden Wij Met veel genoegen echter, déél.ik,, daartoe van den Schrijver gunstig, verlof bekomen hebbende, aan den Lezer dit gedeelte meê van eenen brief des Heeren Iiilderdij.lt aan' mij; waar Hijzoo wel over de kleur als den naam der Kabel]aanyfchen eene zeer vernuftige gisfing voorftelt, en ze'tevens Voor treffelijk ontwikkelt: De Hollandfche Hofklee- ding dus zegt de overlevering in mijne familie,— is met het ophouden van 't Huis van Holland niet veranderd geworden, maar onder Henegouwen ge- blevengeel. en rood; derhalve ook onder Marga- ret aals Erfdochter van Henegouwen. Maar de Hofkfeediug van Beieren was, natuurlijker wijze, s, blaauvf geruit. Deze kleeding, waarinc-ê men on- der Willem van Beieren voor den dag kwam vond

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1818 | | pagina 376