Co OVER. DE HOEKSCHE
De Groots gevoelen, als gezegd, worde
federt bij fchier alle Schrijvercn gevonden Qay").
2 3.
tpch Raadpenfionaris of Stadhouder even min onder-
fchcid maakt, als Stadhouder en Graaf ook 't
graauw, dat de de Witten verfcheurde, bij de
oude brave Hoekfchen argumenteren.
(ay) M. Vosf. Annal. Lib. xvii, aangehaald en
gevolgd door v. Heemskerk, Bat. Arend, aan *t
flot zijner Verhand, over deze twisten. Scriverius
en A1 k e m a d e aangeh. cu gevolgd door Centen,
Aanmerk, op Veliiis, bl. 115 en bl. 138. Otto,
Notit. Rerwnpubl. C. 6. p. 26. 11. 8. S t ij 1Op
komst en bloei der NederL bl. 80, 84, 96 Cert-
sier, Tafereel ïl. D. bl. 3 f4 enz. Aldus ook 110'g 111
de Bijvoegf. en Aanmerk, op Wagenaar, "IV: t).
hh 55s 56. [Du? vinde ik mede, federt het
eerfte binnen zenden dezer Verhand., piet flechts in
de Panderl. Letteroef. 1806. 1 D. bl. 547,. ond. aan,
in 't verflag van 't llraks te melden werk des Pïeerep
Meerman, de matigere Kabel)aau-wfehen tegen de
letere Hoekfchen overgefteidmaar ook de edele
Tfl.eerman zelf heeft nog dit pud gevoelen in Zijne
Voorlezing ovpr H bc/eg en de verov. van Leiden in 1420
Verhandvan de Maafchder Ned&rl. Letterk. te
LeidenI. D. bl 6, 7, 8.) i)och Hij-zelf er
kent, in die algemeene voorverhalen en inleiding
tot het eigenlijk bepaald doelmeesta de Pdderl.
Hi flor ie van W a g e ii a areri "de btjvuegfe/eu des Ilee-
ren van Wij n -gevolge! te Zijn en'toont toch hier
niet zonder fchrooin te volgen; cu volgt hen opk
niet