ÉN KABELJAAUIVSCHE TWISTEN. (JJ bij den nieuwen opftand van die van Vlaanderen tegen Maximiliaan in 't begin van 1488, zijn voornaamfte raad, de Schout van Brugge, Pie- ter Langhalsdoor zijne eigen burgers opent- lijk onthalsd wierd, zulks ineê gcfchiedde op aandrijven der Hollanders en Zeeuwen, die hem voor den inftoker hielden, van die verklaring van Maximiliaan nopens de Leencnwelke door ons bovenbl. 81uit het Latijn des Hee- ren kluit vermeld is, en bij wagenaar nagenoeg even zoo befchreven wordt (cr).- Maar 1.) fchijnt mij deze zaak nog zeer on zeker: 2.) kan men uit andere oorzaken dien Jonker Franfen oorlog zeer gemakkelijk ver klaren zonder behulp dier eenzijdige vooron- derftelling. i.) Immers adc Vlamingen konden op Langhalsdie van Brugge op hunnen Schout om (es) Ook A litems de Jonk- Frauf. Oort. bl. 5®>3> heeft iets van misnoegen der Landzaten tegen Maxi miliaanmaar wegens de leenroerigheid en wel 't ver val aan *t Keizerrijkdat men zeide dat hij dreef; en zijne neiging, om de Landen, wanneer zijn 7,ooü minderjarig derven mogtaan zich te brengen doch 't eerfte was door 's Keizers handelwijs en erkentenis zelf wecrfproltenz. N. 6. 43.) het iaatfte was vrij natuurlijk; doch minder volgens 't Leeuregt, das volgens het gewoon burgerlijk Erfregt.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1818 | | pagina 415