IP4 ©VER DE HOEKSCHE Edelen, best in hun fchik met Anarchieof zwakke Vrouwelijke regering; op dat ieder van hun, onafhankelijk, zijn' ridderlijken zin zou kun-; tober 1345, maakten de Regering en Gemeente van Dordrecht reeds gezamentlijk zeker Befluit nopens het Stads-bëftuiir, en zulks, als zij zeiden, om ruste endeprouffyt ons liefs gerechts Lantsheer, Grave van Hollant" Er was to.en nog geene keuze van den Keizer gedaan, die eerst in Louw- s, maand van. 1346 volgde., maar men ziet hier deta geest uit." Ik heb dat Dordfche Ihik en die handeling aangemerkt, als eene poging om zich een geregelder en vrijer lladsbeftier te geveneigenlijk ten koste des Grafelijken geza'gs: hiertoe was een tijd van vacature des Grafelijken zetels, vooral zon der bepaald wettig Opvolger, uitermate gefchikt de nieuwe Vorst, vooral wanneer zoo iets, gelijk natuurlijk was bij uitbreiding der Stedelijke regten, met gemeen goedvindengefchieddeen er zich nie mand tegen opdeed, bevestigde, ook 0111 de gunst der landzaten te winneit, ligt de zaken, zoo als hij ze vond, enz. De Graaf zelf moest er evenwel zijn' naam toe le.enen: dit dunke niemand vreemd; zoo immers wierd ook later, op, naam van Koning Filip^s tegen heinzelven krijg gevoerd. IVJaar meer heb ik in die vermelding yan Graaf en Landsheer niet kunnen vinden. Geene bepaling, dat het een man, geene- vrouw moest zijn. Het was natuurlijk bij st algemeeue onzekere, die woorden-,hier masculim gensre te gebruiken. Er was immers nog geene keus

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1818 | | pagina 426