ZN K ABELJAA'JWSCHE TWISTEN. 10/ ineesten der Edelen, Hoeks, en voor Marges- rKa (de). S- So il. De tweefpalt, eens ontdoken, vond de voortdu- misfchien reeds in haren aard (als partijfchap '«Shweftc. en factie,) genoegzaam voedfel en aanleiding örti UL"' erfelijk te zijnen flechts door algemeene om keering der Staatsgefteldheid te kunnen eindigen, Zonder, in het gedurig twisten, anderen geest, dan dien van partijfchap-zelve, te hebbpn, of ■ander oogmerk, dan het bovendrijven van ie ders partij, 't vernederen of verdrijven der te- gendingers. Dit kon vooral plaats hebben in deze partijfchap, welke terftond in zoo felle woede ontftak, daar JVillem en de zijnen zoo •groote fchade deden aan de Edelen, op welke zij gebeten warenen dezen weer hevige wraak zochten. Toen zat met eens de wrok in 't bloed, en duurde zoo lang als hun leven; ja werd weerzijds in de kinderen voortgeteeld. Wanneer wij de gefteldheid en gebeurtefiis- fen dier. tijden, en helaas! onze eigen onder vin. KJè) Men kon 't als een uicwerkfel dier zelfde ge aardheid aanmerken, dat de Hoekfchc Edelen, uit het Landsbeffier verdreven, zich tot het rooven op zee én firoomen wendden, en daardoor geducht maakten. Cvergel. Wagen. IV. D. bi. 244, v. 254, 371, «74 volg.)-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1818 | | pagina 429