112 OVER DB HOEKSCHE fchijnt te mogen gegeven worden. Aan de Kabeljdauwfc he zijde, ark el, zoo magtig en moedig, en egmönd, dat zich van de ou de Vriefche Koningen afkomftig rekendeen welke beiden zich ras met het naburig èn fteeds onrustig Gelderland vereenigden, en ein delijk vermengden: onder de Hoekfchen het. oude edele naaldwijk, en (doch", nin dertond gezwenkt (7//ij,j) wassenaar; maar vooral, van den beginne tot het einde, bré- derodei §- S3- ïreeiSh- Ja V.zoo men uit enkele daden van öndefa het^s-iisciit ^heiden menfchengevoegd bij 't algemeen rodePEDE geracht, ma£ bêfluicen tot den blijvenden geest én fte'mmïng van een geflacht, vindt men hier, bij de brede rod es, blijvende geneigd heid en uitzigt, 0111 de heerfchap'pij over Hol land (dfi) In den ontaarden Zoon van Fitips van PFasfe- naardie in 1426 met "Jan van Beijeren tegen zijn' Hoeksgezinden Vader optrok, en dezen hielp üitfchüd- den; z. Heemskerck en anderen, [en vooral de zeer uitgewerkte Verhandeling van den Heer Meer man, federt het eerfte inleveren dezer Verhand, in t licht yerfchéiienen ook reeds boven, bl. 60 aangehaald; welke over dat tijdftip, uit oorfpronke- lijke en zekere documenten, een geheel nieuw en helder licht verfpreidi/]

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1818 | | pagina 434