EN KABELJAAUWSCIiÉ TWISTEN. 113 land, waarop zij, dooi* de mannelijke afkomst en vrouwelijke verbiiidtenis (di) dubbele aan braak maken kondenaan zich te trekken immers iri de daad, oïfchoón ohder fcliijn van gehoorzaamheid aan andere oppermagt, te voe ren en vindt men hierin zoo verrein de zen geest, waarlijk zamenhang in de gedragingen Van dat gedacht in al de Iloekfche, en nader hand iii de Spaanfciietroebelen, (dk) lm- (di) Dirk, Vin. Heer van Brederode, Cgeftorveu sn 1236) had in huwelijk de Dochter van echten Broeder vail F/oris IV, Graaf van Holland! j o. a L ij cl s de Doma Iirèderode Cap. si. in Matth. udnah T. I. p. 620. [De mannelijke af komst "ü't de Hollandfche Graven blijft aan de Bre- derodes onbetwist, al fielt men met dc-n Heer van Spa en, van Harüejhmten gevolge der merkwaar dige opmerking van den Heer Snouckaert van Sc ha um burg, dat die afkomst Hechts middelijk; door het gedacht van Teijüngengeweest zij. z. Kluit, Hifi* der Holl. Staatsreg. V. D. bl.259, 260 en de Briefwisfeling tusfehen onze voorname. Oud* ieidkundïgenvan Spaan, Kluit en van Wijn, ïn liet FLuiszittLeven des laatstgen. II. D. I St. bli ï-84.] (dkj Vergel. boven, Aant. Cès) in fin. Daaren tegen heeft welligc de brave Graaf van Ëgmondtoe zijne gevoelens en gedrag, om den Koning te blij ven aankleeven, e enige aanleiding (hoe verre daii 6ök, en hem zelf - xnisfehien onbewust,") gehad, H to

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1818 | | pagina 435