J3 J geboren Kind, wiens navel-ftreng geheel ver rot was, door f. hoffman medegedeeld, en waarbij l. heister (it) nog andere voor heelden voegt, beflniten, dat de vrucht ook uit het lams - vlies - vocht liquor amnii waarin zij drijft, haar voedfel ontleent, het zij het door den mond in het ligchaam ge voerd, of liever, gelijk andere willen, door de inzuigende vaatjes der huid van zijne voed- zaamfte declen beroofd wordt. De lever nam zoo als wij bij de ontle ding gezien hebben, eene geheel tegennatuur lijke plaats in uit den bovenbuik was zij met verfcheuring der banden en navel-ader, in den onderbuik tot op het fchaambeen ne- dergezakt welke mag wel de geweldadige oorzaak dezer verplaatfing zijn misfchien wel geene andereals het gebrek aan fteun hetwelk de maag en de andere ingewanden, vooral wanneer die opgevuld zijnaan de lever verlenen, en dezelve dus, met behulp van haren ophangenden band ligamentum[us- pensorium'), in haar ftandpunt houden en dien zij nubij gebrek van dikke darmen en pis-blaas, zeker gedeeltelijk misfen moest. Te Cf) Zie zijn Compendium Anaiomicumnot. (3

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1818 | | pagina 451