iis zijde gefchiedde, onvermijdelijk wierd. Nn trachtte haar man haar met behulp van an deren op teligcen, dan in deze pogingen eenig- zins fiagende, wierden zij weldra verhinderd, daar de buik aan de linkerzijde overflaande door zijn gewigt bet linker dijebeen even be neden den grooten draaijer (trochanter major) brak't geen zich door een vrij hoorbaar ge luid openbaarde en waardoor dan nu ook de heipers verpligt waren haar wederom te laten zakken. In deze gefteldheid vonden wij de ellendige lijderes 'op den kouden fteenen grond liggende, met één voor menfeheiijke krachten, onop- tilbaar ligchaam en met een gebroken dijebeen; waarlijk eene treurige omftandigheidOnze eerste zorg was de ongelukkige Vrouw metver- cenigde pogingen (waartoe de hulp van eenige gpdienftige en fterke raenfehen uit de buurt die zich loflijk en met veel beleid tevens kwe ten, zeer te pas kwam.) op een bedpeuluw op den grond zelve te plaatfen 't geen met ongelooflijke moeitena vele tusfehenpozen en langen tijd eindelijk gelukte; wordende dezelve met bedaard overleg en medehulp der omftan- ders onder het ligchaam gefchoven. De ver dienstelijke Heer la hp. het geval, zooveel mo.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1818 | | pagina 489