-C 8 )- III. Zal men overgaan om te onderzoeken 6f de tegenwoordige aangenomene conftru&ie der verlaagde of afgezaagde Paalwerken aan de ftranden van IValcheren en Schouwen niet te Verkiezen zij boven de aan de Hollandfche kasten gebezigde fteenen Hoofden of met fteen gedekte Rijsdammcndan wel of deze laatste ook aan de Zeeuwfche ftranden boven de eerste verkieslijk zijn en in geval bet blijken mogte, dat het eerste ontkennend en bet laatste bevestigend moest worden beant woord dan zal daar uit veelligt van zelve Volgen dat in de tegenwoordige conftruftie der verlaagde Paalwerken aan de Zeeuwfche Stranden verbeteringen kunnen worden ge- fc.ragt; terwijl wij dan IV» Die verbeteringen aan de tegenwoor dige verlaagde Paalwerken zullen trachten pp te gevenvoor zoo veel die voor verbe tering vatbaar zijn en V. Aantoonen, hoedanig de conftrtnftie dei1 Seenen hoofden aan de Zeeuwfche Stran den aangelegd, naar aanleiding van het beduit op het 3de point genomen, volgens onze ge dachte, zoude behooren te zijn. .VI. Zullen wij een betoog trachten aan tè yce;

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1819 | | pagina 12